Schedelmos en oude Geneeskunde

Oude alchemie en magische geneeskunde

Het zijn een paar hectische weken geweest hier in Zweden.

Door de zware regenval van enige tijd terug kwamen er een aantal gebreken aan het licht die toch echt opgelost moeten worden voor de winter valt. Want binnenshuis kun je door rommelen bij -20. Maar buitenshuis, zeker met loodgieterswerk en graafwerkzaamheden, houdt het toch echt op als de vorst in de grond zit. 

Goed, die klussen lopen nu dus is het voor mij tijd om weer eens lekker te gaan zitten voor een nieuwsbrief. Want … ik had je nog een mooi verhaal beloofd over Baardmos.

Een paar weken geleden schreef ik een artikel over dit prachtige plantje, of nou ja, korstmos. Je leest het artikel hier. 

Nu was ik aan het neuzen in oude kruidenboeken en las een stukje over de inzetbaarheid van kruiden bij epilepsie:

Peony seeds, rowan wood (especially from a rowan tree that grew out of the stump of another tree) and mistletoe were the primary herbs used against epilepsy, as was the moss Usnea barbata, especially that found on long-buried human skulls (Reichborn-Kjennerud)

Geweldig vind ik dit soort oude teksten. Het roept meteen beelden op van oude alchemie, magische geneeskunde en een mengeling van mystiek en medicinale tradities. Hier ben ik dus gelijk ingedoken.

Muscus ex Craneo Humano

Vanaf de zestiende eeuw duikt in medische en alchemistische teksten een geweldige term op: ‘Muscus ex Craneo Humano’. Oftewel mos dat groeit op menselijke schedels en vooral Baardmos was gewild. Apothekers en alchemisten beschouwden het als een uitzonderlijk krachtig geneesmiddel, zeker wanneer het afkomstig was van schedels van mensen die een gewelddadige dood gestorven waren.

De beroemde arts en alchemist Paracelsus (1493-1541) heeft er uitvoerig over geschreven. Hij was zijn tijd ver vooruit en brak met veel middeleeuwse dogma’s. Waar de geneeskunde in die tijd nog grotendeels gebaseerd was op de humorenleer van Galenus, keek Paracelsus naar energie, essenties en wat hij de signaturen van een stof noemde. Dit zijn uiterlijke kenmerken van een plant die iets zeggen over de werking.

Volgens hem zat er in het bot van de schedel een soort ‘mumiale essentie’, een vitale kracht die bij een plotselinge of gewelddadige dood in het bot achterbleef. Het mos dat daarop groeide, nam die kracht op en kon die vervolgens doorgeven aan degene die het gebruikte.

Sympathische geneeskunde

Die gedachte hoort bij wat toen sympathische geneeskunde werd genoemd. Men geloofde dat alles in de natuur door verborgen overeenkomsten met elkaar verbonden was. ‘Het gelijke geneest het gelijke’.

Zo zou Schedelmos invloed hebben op het hoofd en het zenuwstelsel. Longkruid met zijn gevlekte bladeren die lijken op longweefsel werd gebruikt tegen hoest en longziekten. En de walnoot, die sterk op een hersenhelft lijkt, gold als versterkend voor het brein en het geheugen.

Schedelmos werd daarom ingezet bij epilepsie, maar ook bij bloedingen, dysenterie en vochtophoping. Maar je komt het mos ook tegen in recepten voor ‘Weapon Salve’. Dit was een zalf die niet op de wond zelf ging, maar op het wapen waarmee de wond was toegebracht. Omdat men ervan overtuigd was dat de genezende kracht via een onzichtbare verbinding terugwerkte. Voor ons voelt dit wellicht een tikkie bijgelovig, maar men zag de wereld vroeger als een groot web waarin alles met elkaar verbonden was.

Waarom een gewelddadige dood?

In de vroegmoderne geneeskunde ging men ervan uit dat ieder mens een voorraad vitale kracht of balsem van het leven in zich droeg. Wie rustig een natuurlijke dood stierf, had die kracht opgebruikt en het lichaam keerde leeg terug naar de aarde. Maar wie plotseling en gewelddadig stierf, door een zwaard of de strop, zou nog een overschot aan levenskracht meedragen.

Paracelsus zag het hoofd als de plek waar die kracht het lichaam verlaat. De Duitse filosoof en arts Rudolph Goclenius ging echter nog een stapje verder. Bij verstikking zou de levensgeest als het ware worden ‘opgedreven’ en gevangen in de schedel, waar hij tot wel zeven jaar aanwezig kon blijven. Het mos dat zich daarna op de schedel vestigde, zou deze kracht opnemen en zo extra geneeskrachtig worden.

Die overtuiging leidde tot een bijzondere handel. Apothekers lieten schedels bewust op vochtige plekken liggen om mosgroei te stimuleren, maar er was ook een levendige import. Engelse drogisten haalden complete mosschedels uit Ierland, waar na bloedige conflicten veel onbegraven doden lagen. In de apotheek werden ze vervolgens als kant-en-klaar en zeer gewild ingrediënt verkocht.

Moderne kruidengeneeskunde

Vandaag de dag zijn dit soort praktijken compleet ondenkbaar en misschien zelfs lachwekkend, maar Baardmos is nog steeds een welkome aanvulling in de thuisapotheek. Vooral als tinctuur of extract bij luchtweginfecties, maar ook bij andere infecties waarbij de slijmvliezen betrokken zijn (zoals keelpijn, sinusitis, blaasontstekingen), maar ook uitwendig op kleine wondjes of huidinfecties. De werking wordt tegenwoordig toegeschreven aan het antibacteriële usninezuur, al speelt ook de adstringerende en licht ontstekingsremmende werking mee.

Toch is het de moeite waard om stil te staan bij deze oude praktijken. Geneeskunde, ook de kruidengeneeskunde, is nooit af. Ze beweegt mee met nieuwe inzichten en ons vermogen om verbanden te zien.

Paracelsus brak met middeleeuwse dogma’s en zocht naar patronen die toen nog niemand zag. Het was vooruitstrevende geneeskunde op het snijvlak van observatie, magie en wat toen als moderne wetenschap gold.

De waarheid is zelden absoluut

Wij vinden zijn ideeën nu vreemd en komen al snel in de verleiding om te denken dat wij het nu wel weten. Wij hebben analyses, klinische studies en weten precies welke stof in welke dosering werkt. Maar Paracelsus dacht in zijn tijd net zo vernieuwend. Dus wie weet, kijken mensen over een paar eeuwen naar onze pillen en protocollen zoals wij nu kijken naar schedelmos: met een mengeling van verbazing, huivering en een glimlach.

Maar één ding is zeker: de waarheid is zelden absoluut. Het is het verhaal dat we op dit moment het meest overtuigend vinden.

Lieve lezer, als je de volgende keer door het bos loopt, observeer dan eens het mos dat zich aan takken en stammen hecht en sta er eens bij stil dat elke tijd zijn eigen waarheden weeft. Welke verhalen geloof jij nu omdat ze passen bij wat je kunt zien en begrijpen? En welke zouden later wel eens net zo vreemd kunnen lijken als schedelmos voor ons nu?

Warme groet,
Astrid 🌿

Lees hier het volgende verhaal (vanaf 9 oktober)

Lees hier het vorige verhaal